Er zit een man voor zich uit te staren, zijn blik gericht op de buitenwereld.
Aan de andere kant van de straat een ondefinieerbaar geluid. Of zit het enkel in zijn hoofd?
Hij richt zich op, licht weerkaatst langs de binnenkant van zijn huid.
Zijn handen en hoofd krijgen zo een rode gloed en hij hoopt nu dat het snel donker wordt.
Ondenkbaar denkt hij, de idee dat hij iets niet kan plaatsen. Alles is plaatsbaar, kleine mechanismen treden in werking als hij het wil.
Maar een plan heeft hij nodig, alles netjes genoteerd. En sec worden minuten, uren, dagen en nachten tot wat hoort te zijn,
het opvullen van een zelfgekozen ruimte die al dan niet bestaat.
Materiaalkeuze, precisie, op voorhand weten dat de relatie tussen de dingen kloppen.
Het geluid zwelt aan. Wat nu? Het staat niet op zijn plan. Paniek. Neen, hij wordt opgeslorpt door iets dat zich vacuüm rond hem sluit en dat is aangenaam, hallucinant, beklemmend.
Gewichtloos. Een universum dat zweeft en los komt van alles waar hij ooit aan dacht. Zijn huid ademt nog even na, net genoeg om de luchtledige ruimte rond hem terug te vullen. Als hij terug in aanraking komt met de wereld die hij voordien nog zat aan te staren lacht hij uitbundig.
Groundcontrol to major MoM